Richel - Wind, wind en nog eens wind

Hoor de wind waait over Richel

Hier in huis zelfs waait de wind

Zullen alle vogels nu wel komen

Nu het weer zo vreeslijk is

Nu het weer zo vreeslijk is

 

Het is dan wel geen Sinterklaas, maar het liedje past uitstekend. Het was begin mei en er was wind, heel veel wind op Richel. Het tochtte in de wadtoren en we moesten vele lagen aandoen om lekker warm te blijven. Vooral in de nacht was het lastig om warm te blijven.

 

Wadtoren in de nacht (Fotograaf: Bram de Vries)

Wij, Bram en ik, hadden gelukkig beschutting gevonden in de toren, maar al het leven buiten moest het zonder een dak boven hun hoofd doen. Op dat moment waren wij namelijk niet de enige gasten van de zandplaat. Er waren duizenden vogels, waaronder veel steltlopers en eidereenden. Maar ook de grijze zeehonden, die lekker lagen te rusten aan de noordzijde van Richel. Gelukkig hebben zeehonden een dikke vetlaag en hebben vogels een isolerend verenpak, maar zelfs voor deze diersoorten die weer en wind gewend zijn, was het niet makkelijk. De eerste dag van mei was het weer vrij oké, maar de dagen erna begon de wind in kracht toe te nemen. Op de foto hieronder zie je trouwens Bram in een kleine zandstorm.

                            Bram in een kleine zandstorm

Ook nam de wind zo nu en dan een regenbui mee, wat er bij ons weer voor zorgde dat de wadtoren bij de deur aan de oostkant begon te lekken. Maar wederom, het was niets vergeleken met wat de vogels te verduren hadden. Na de eerste twee dagen was het aantal steltlopers gereduceerd tot maximaal 150. Het grootste gedeelte van de groep zocht hun heil ergens anders. Alleen de allerstoerste bleven achter. Hun stoerheid zorgde er wel voor dat zij al het lekkers dat te vinden is bij Richel, zelf konden opsnoepen. Wormpjes, kokkels, mosselen: het was een feestmaal! En wanneer de wind weer te sterk aantrok, zochten de kleine steltjes beschutting achter hoopjes slik, wier of soortgenoten, wat zorgde voor gezellige rijen drieteenstrandlopers op het wad (zie foto).

                             Een rijtje drieteenstrandlopers

Maar niet alleen zee- en kustvogels hadden het zwaar te verduren. We zagen regelmatig een bijzondere trekvogel tegen de wind in stoeien: de boerenzwaluw! In totaal hebben we er 90 geteld. Het is een soort die je op alle plekken verwacht, behalve midden in de Waddenzee. Maar net als heel veel andere vogelsoorten rond deze tijd doen, was het beestje op weg naar zijn of haar broedgebied. Misschien wel naar Scandinavië? Dan was het nog een flink stukje vliegen.

 

Op 7 mei brak onze laatste dag op Richel aan. Het weer was inmiddels een stuk vriendelijker geworden en een lekker zonnetje scheen over de Waddenzee. Na de laatste wandeling langs de rand van de zandplaat, verschenen er kleine groepjes vogels in beeld. Maar het bleef niet bij deze kleine groepjes. Vanuit het zuiden kwamen honderden, zelfs duizenden vogels onze kant op! Je kon hun drijfveren aan hun vluchtsnelheid en gretigheid aflezen: eindelijk, Richel! Eten, rust, en nog meer eten en nog meer rust! Hier is het goed vertoeven!

                             Duizenden wadvogels

Bonte strandlopers, zilverplevieren, rosse grutto’s en scholeksters: we werden er bijna door belaagd. De ene groep vloog rechts langs de toren, de andere links. Het werd een waar vogelwalhalla. Activiteiten zoals koken en dit logboek schrijven, werden uitgesteld, want dit moesten we toch meemaken. Vooral de bonte strandloper, het kleine steltje met het zwarte buikje, kwam in totaal met 14.000 exemplaren aanzetten! 

De vogels waren eindelijk weer overtuigd van wat Richel hun te bieden had: een stukje vasteland zodat ze niet overstroomd werden, een overheerlijk zeebanket in de bodem en natuurlijk een fantastisch uitzicht. Of de steltjes van dat laatste warm werden, dat weten we niet, maar wijzelf genoten er wel heel erg van. Richel, mooie zandplaat, tot volgend jaar!

                             M'n silhouet tegen een donkerroze achtergrond

Reactie schrijven

Commentaren: 0